Schuilkerk - Utrecht0000.0011

 

 Literatuur

 

- Rijnsoever, G.J. van, Sint Maarten in de Tolsteeg. Geschiedenis van de Sint Martinusparochie te Utrecht. Utrecht & Brussel (Het Spectrum), 1947 [158 blz. ISBN -]. Hierin o.a.: blz. 7-19 (blz. 18: "Het zwervend missieleven van de eerste dagen na de vervolging hebben deze harde werkers tot het einde volgehouden, totdat er jongere en nieuwere krachten kwamen, die alles reorganiseerden om van het defensief naar het offensief over te gaan. De stad Utrecht werd daartoe op 25 October 1611 in vier grote parochies verdeeld en buiten de wallen vormden de vier voorsteden ook ieder een aparte parochie. Zo hebben we binnen de wallen vier hoofdstaties, die genoemd worden naar de vier parochiekerken van vóór de vervolging, namelijk Sint Marie de Meerdere, Sint Jacobus, Sint Nicolaas, Sint Geerte. De parochies der voorsteden waren: Buiten de Weerd, Buiten Wittevrouwen, Buiten Tolsteeg en Buiten Catharijne. De Sint Geerte- en Sint Nicolaasparochie van vóór de hervorming werden dus in twee delen gesplitst. Het gebied buiten de wallen van deze parochies, namelijk Abstede en Tolsteeg werd één en hieruit zal de Sint Martinusparochie groeien.").

- K., "Vergaderplaatsen der Roomsch-Katholieken in 1647". In: Maandblad Oud-Utrecht, 1946, blz. 25-28. (In de 17e eeuw werd in de kerkeraad van de Gereformeerde Kerk veel geklaagd over de 'paepsche stouticheden'. De burgemeesters of de vroedschap beloofden dan 'op alles ordre te sullen stellen', maar dat viel nog niet mee. Zo werd de schout bij controles vaak belaagd door een volksoploop. De kerkeraad vroeg de gereformeerde schoolmeesters en predikanten om lijsten op te stellen van verdachte locaties. Dat wilde eerste niet vlotten, maar op 09-08-1647 kwam de lijst gereed en daardoor krijgen we nu enig inzicht in de situatie.
"Is geresumeert het stuck vande groote stoutigheyt der Papisten alhier, ende hebben de broederen verhaelt (so veel haer bekent was) de notabelste plaetsen, daer in haere quartieren Paepsche conventiculen worden gehouden, naemelyck:
tot Joncker Proeys met veele uitgangen; inde huysinge vande Vrouw van Montfoort; in de Nieuwe-straet tot den advocaet Vuysting; in 't huys van den heer van Braeckel by 't Hieronymi school; tot den heer van Spangen, daer specialick 's Sondaghs ten een uyre wordt gecatechizeert; aen de Verckenmarckt ende inde Koe-straet ende buyten de Catharinen poort per vices; op Clarenburch; achter Claerenburg, ende voort bij de Marien-kerck tot joncker Van Hooft, ende in dien reck voort aen inde huysinge van Canter; item tot Doctor Vande Kloes, die sijn broeder, sijnde een Paep, 't sijnen huyse heeft; tot den heer von Honcoop; tot Joffr. van Meerenburch; item advocaet Pelt [] ende advocaet Munter; bij wijlen oock tot den erfhuysmeester Schoonrewoerdt; tot de vrouw van Incourt, hebbende haere uytgangen aen 't Sint Jans kerckhof, aende Voorstraet ende achter 't Vlees-huys; op Bethlehem buyten de Weerde; over 't Servaes-Clooster, ordinaris; buyten Tollesteech, in Abstede, item inde Gans-steech; achter Twee-straet tot den brouwer Wijckersloot; buyten de Wittevrouwen tot Wilmpken welbekent, ende tegen over de huysingen van d'heer Manardt zal.; de Paep Iser, eene Jesuit, verstaet men op verscheydene plaetsen zijnen ondienst te doen.
" [dit is de volledige lijst - jp0521]

- Meijer, G.A., De Paters Dominicanen te Utrecht, uitgegeven bij gelegenheid van het zevende eeuwfeest van Sint Dominicus' orde. [Z.pl], 1916voorwoord. [110 blz. ISBN -]. Hierin onder meer "Van de Opheffing des Kloosters tot de Stichting der Staties, 1579-1620(?)": blz. 36-42.

- Hulzen, dr. A. van, "De schuilkerken". In: Langs kerken en kloosters. In: Stadsblad Utrecht (huis-aan-huisblad), 11-04-1984, blz. 5